Ouderwetse flensjes met krenten, rozijnen en een nootige twist!
Wat een nostalgie, zo'n bordje met dikke pannenkoekjes met poedersuiker. De naam drie-in-de-pan is vooral gerelateerd aan de grootte, er passen er over het algemeen precies drie in de gemiddelde koekenpan. Door het dikke beslag heb je uiteindelijk duim-dikke flensjes, hierdoor worden ze ook wel dikkertjes genoemd! Vroeger werden drie-in-de-pan vaak met boekweitmeel gemaakt, om ze wat meer body te geven maken wij ze met amandelmeel.
Voor deze pannenkoeken hebben we de helft van het zelfrijzend bakmeel vervangen door amandelmeel. Amandelen om mee te bakken zijn eigenlijk standaard de geblancheerde amandelen, dit wil zeggen dat de amandelen even kort gestoomd worden zodat het velletje loslaat. Zo blijft die mooie roomwitte amandel over waar we meel van kunnen maken! Dit zijn dezelfde prachtige Spaanse amandelen als die je gebrand of rauw bij ons kunt bestellen. Ook vind je krenten en blauwe rozijnen in dit recept. De combinatie van deze gedroogde besjes en gedroogde druiven zorgt voor een zoet tintje in de flensjes.
Drie-in-de-pan met amandelmeel.
Ingredienten:
- 100 gram amandelmeel
- 100 gram zelfrijzend bakmeel
- 50 gram blauwe rozijnen
- 50 gram krenten
- 1 Granny Smith appel
- 200 ml melk
- 1 ei
- snufje zout
- boter
Werkwijze:
- Neem een ruime kom en klop het ei er in los met een garde. Voeg de melk hier ook aan toe. Vervolgens schil je de appel en rasp je deze direct in de melk, zo krijgt de appel geen tijd om bruin te worden! Zet je oven ondertussen aan op 50 graden Celsius.
- Weeg in een andere kom je amandelmeel en bakmeel af. Voeg hier het snufje zout aan toe, roer het even door elkaar en meng het dan rustig aan door het melk-appelmengsel tot je een mooi beslag hebt. Het beslag mag niet te dun zijn, dan worden je flensjes niet mooi dik. Wanneer je de garde door het beslag haalt moet het niet weer tegen elkaar aan vloeien. Voeg desnoods wat extra meel toe.
- Nu kun je de krenten en rozijnen toevoegen, roer ze door het beslag tot alles mooi verdeeld is.
- Zet een koekenpan op een matig vuurtje en doe er een beetje boter in. Neem 2 eetlepels om steeds een gelijke hoeveelheid beslag in de pan te doen. Door het amandelmeel kunnen de flensjes iets sneller verbranden, hou ze dus goed in de gaten. Vanwege de dikte is het wel zaak ze een tijdje te laten garen. Begin dus met 1 "dikkertje", net als bij normale pannenkoeken heb je er altijd eentje nodig om te testen (en eventueel te laten mislukken).
- De flensjes die klaar zijn leg je in de oven om warm te blijven tot ze allemaal klaar zijn en je aan tafel kunt. Vergeet de poedersuiker niet!