Wie wordt er nou niet blij van de geur van versgebakken brood? Brood bakken is niet moeilijk, het vergt soms wat geduld maar is zeker de moeite waard.
Om je eigen brood te maken heb je een aantal basisingrediënten nodig; bloem, gist, water en een snuifje zout. Een oven en een keukenmachine die kan kneden maken het nog makkelijker.
Bloem
- Het makkelijkste is een broodmix, alles in een pakje, water erbij en klaar. Maar als liefhebber van brood mag je er wel een beetje meer moeite voor doen.
- Neem een mooie bloem als basis, meestal tarwemeel. Je kunt andere soorten meel hier in mixen. Een beetje rogge, boekweit of volkorenmeel geeft net die twist die jij misschien lekker vindt.
- Kijk eens of er een bloemmolen en of maalderij bij jou in de buurt zit. Hier vindt je vaak de mooiste mengsels om lekker brood te bakken .
Gist
- Brood moet rijzen, hiervoor heb je gist nodig. Vaak kan je bij de lokale bakwinkel of bakker vragen naar verse gist, Je hebt 42 gram nodig om een 1 kilo bloem te laten rijzen.
- Gedroogde gist is ook een optie, hiervan heb je minder nodig, 13 gram per 1 kilo bloem. voordeel is dat de gedroogde gist langer houdbaar is.
Zout
- Een snufje zout geeft smaak aan je brood. Gooi nooit zout direct op het gist, want dan werkt het niet meer. Meng je bloem en het zout altijd droog. Voeg dan pas je gist en water toe.
- Kies het zout dat jij lekker vindt, keukenzout of zeezout of Himalaya zout, het is jouw brood.
Suiker?
- In sommige recepten wordt een lepeltje suiker of honing toegevoegd, om de gist voeding te geven. Brooddeeg rijst echter ook zonder toegevoegde suikers, het is niet echt nodig.
Water
- Om alle droge ingrediënten te verbinden heb je een vloeistof nodig. Wij kiezen meestal voor water. Melk of zelfs karnemelk kan ook. Een beetje afhankelijk van het recept. Als er in het recept staat lauw water, pas dan op, beter te koud dan te warm. Te warm en je gist werkt niet meer.
- Droge gist kun je direct in je bloem mengen. Verse gist los je eerst op in water. Laat het 15 minuten staan en dan kun je het gebruiken.
Kneden
- Dan begint het kneden: heerlijk met je handen in het deeg. Maak een duwende beweging van je af en sla het deeg terug. Push, fold and repeat. Zeker wel een klein kwartiertje. Het deeg is klaar als het zonder dat het scheurt dun uitgetrokken kan worden.
- Dit kan ook in een keukenmachine met een deeghaak.
De eerste keer rijzen
- Het deeg is gekneed, nu laat je het voor de eerste keer rijzen.Maak een mooie bol van je deeg en stop het deeg in een schone kom.
- Dek het deeg af met een vochtige theedoek.
- Het deeg moet nu rusten en rijzen. Dit duurt ongeveer een half uur tot drie kwartier. Doe dit op een warm, tochtvrije plek. Als je twijfelt beter even langer wachten dan te vroeg van start gaan. Hoe snel het deeg rijst is afhankelijk van je bloemsoort , de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid. Geduld is een schone zaak in dit geval.
Brood vormen
- Het deeg is gerezen, nu kneed je het nog een keer door. Strooi een beetje bloem op je werkblad zodat het niet vast plakt. Vorm nu het brood dat je wilt maken. Als je kleine broodjes maakt, moet het gewicht gelijk zijn. Hierdoor zijn ze allemaal tegelijk gaar en klaar.
Nog even geduld
- Plaats het brood op de bakplaat of in een ingevette bakvorm, dek het brood nog een keer af met een vochtige theedoek, liefst iets lauw. Nu moet het deeg rijzen tot dat het verdubbeld is.
- Ondertussen verwarm je de oven voor.
Bak het brood
- Nu is het moment om je brood te versieren met heerlijke zaden. Denk aan, lijnzaad, pompoenzaad, zonnebloemzaad en noten. Snij het deeg in met een scherp mesje (ziet er altijd super uit en zorgt ook voor een mooie knapperige korst).
- Na het bakken van het brood klop je op de onderkant van het brood. Klinkt het hol dan is het gaar en is je brood klaar. Afkoelen op een rooster en niet op de bakplaat of in de vorm: dan gaat je brood condenseren en blijft de korst niet krokant.
Snij heerlijke dikke plakken van je zelfgebakken brood en beleg die met bijvoorbeeld onze heerlijke
100% pindakaas.